Hoofdpagina
Vorige pagina
 

Hoofdstuk 3: Kinderarbeid in Nederland. 

Kinderarbeid komt gelukkig niet meer in Nederland voor. In Nederland heeft de overheid wetten die zorgen dat kinderen goed beschermd zijn tegen kinderarbeid. Bij de Verenigde Naties hebben we de Rechten van het Kind opgesteld en hier wordt door de overheid dan ook streng op gecontroleerd.  

Geschiedenis van Kinderarbeid in Nederland?
Eeuwenlang was het normaal dat kinderen, ook de allerkleinsten, meehielpen om het gezinsinkomen te verdienen. Ze werkten mee op het platteland met het binnenhalen van de oogst of in de huisindustrie met het naaien van kleding of het weven van stoffen. In 1841 startte de Nederlandse regering voor de eerste keer een onderzoek naar kinderarbeid in de industrie. Dat dit een slimme zet was, bewees het cijfer uit 1859: In Nederland werkten toen zo'n 450.000 kinderen tussen de 6 en 11 jaar. Toch duurde het nog jaren voordat er pas echt iets werd gedaan aan de kinderarbeid. Na vele onderzoeken en vele rapporten nam de Tweede Kamer in 1874 het Kinderwetje van Houten aan. Op initiatief van het Kamerlid Samuel van Houten werd het laten werken van kinderen onder de 12 jaar verboden. Wel mochten volwassenen de kinderen toe nog laten werken in het huishouden en in de landbouw. In 1889 en 1919 werd het verbod op kinderarbeid verder uitgewerkt. 

Kinderarbeid in de 19de eeuw?
In de 19de eeuw zorgt de opkomst van fabrieken, waar met behulp van stoommachines wordt geproduceerd, dat de huisindustrie verdwijnt. Kinderen, die thuis gemist kunnen worden, gaan met hun ouders naar de fabrieken om daar te werken. Tegenstanders van kinderarbeid hebben het niet gemakkelijk. Ouders staan niet te wachten op een verbod. Zij hebben het geld dat de kinderen binnen brengen nodig om rond te komen. Sommige mensen denken daarom dat kinderarbeid vooral de schuld van de ouders is: Zij zijn te lui om te werken en profiteren liever van de kinderen. Het tegengaan van kinderarbeid wordt ook niet tot de taak van de kerk gerekend. "God heeft de verschillende standen geschapen en ingrijpen in sociale kwesties zou ingaan tegen de wens van God". Toen dus in 1874 het Kinderwetje van van Houten kwam begon kinderarbeid pas af te nemen.

Bijbaantjes in Nederland?
In 1996 is de nieuwe Arbeidstijdenwet in werking getreden. Kinderarbeid is nog steeds verboden in Nederland, maar er zijn wel uitzonderingen toegestaan. Zo mogen kinderen van 13 en 14 jaar beperkt werken. Op schooldagen mogen dat maximaal 2 uur per dag en 12 uur per week 'klusjes rond het huis en in de buurt' zijn (zoals oppassen bij familie of kennissen, rondbrengen van folders, het wassen van auto's). Op vrije dagen mogen ze ook eenvoudig werk doen in een bedrijf. Ook mogen ze hun ouders helpen als die een boerderij of een winkel hebben. Vanaf 15 jaar mogen kinderen ook een ochtendkrant bezorgen. Kinderen tot en met 15 jaar mogen in principe niet op zondag werken. In de nieuwe wet gelden voor jeugdigen (16 en 17-jarigen) minder strakke regels dan vroeger. Zij mogen ook op zondag werken, maar dan moeten ze wel zaterdag vrij hebben. Ook door de week mogen ze werken, maar het werk moet zo zijn ingedeeld, dat ze wel gewoon naar school kunnen gaan.