Hoofdpagina
Vorige pagina
 

Hoofdstuk 1: Wat is kinderarbeid?

Als je thuis wel eens een klusje doet is dit geen kinderarbeid. Omdat je naast je klusjes ook tijd hebt om te spelen, naar school te gaan en je huiswerk te maken. Kinderen in die kinderarbeid verrichten hebben die tijd helemaal niet. Ze hebben nooit vrij. 

Kinderarbeid is het werk dat kinderen doen maar slecht voor hun gezondheid is. Meestal is het zwaar en eentonig werk dat ze verrichten. Dit werk moeten ze lang en vaak doen. De meeste kinderen die kinderarbeid verrichten werken zo’n 9 uur per dag of meer. En dat ook nog eens 7 dagen per week. In Nederland mogen zelfs volwassenen niet meer dan 8 uur werken en dat maar 5 dagen lang!!

Kinderen die kinderarbeid verrichten doen dit werk vaak om verschillende redenen:

ü     
De kinderen werken omdat ouders niet genoeg verdienen. Het loon van de ouders is te laag en   zonder hun geld is er dan geen eten voor hen.
ü     
Sommige kinderen verdienen zo geld om voor zichzelf te zorgen. De kinderen zijn dan weggelopen of hebben geen ouder meer.
ü     
Op plaatsen waar geen scholing is werken veel kinderen. Zo krijgen zij de dag om. In plaats van scholing moeten zij dan de hele dag zwaar werk verrichten.
ü     
Andere kinderen werken onder dwang omdat de ouders schuld hebben bij de baas van de fabriek. Deze kinderen krijgen de schulden vaak nooit afgelost omdat ze te groot zijn. De kinderen mogen pas weg bij hun baas als de schuld is afgelost.

De kinderen werken niet op kantoren maar vaak op het land. Ze hoeden het vee bijvoorbeeld of helpen met oogsten. Andere kinderen helpen de hele dag met het huishouden. In de grotere steden lopen kinderen op straat om sigaretten te verkopen, schoenen te poetsen of ze bewaken geparkeerde auto’s. Ze werken niet alleen op straat maar wonen er vaak ook. Er werken ook veel kinderen (miljoenen) in een fabriek of werkplaats. Hier verrichten zelfs kleine kinderen vies, zwaar en gevaarlijk werk. Ze werken soms 12uur per dag en mogen dan soms niet eens naar de wc of naar de dokter als ze ziek zijn.

Er zijn ook kinderen die in de prostitutie werken. Jonge meisjes worden vaak gekocht door oudere mannen. Deze krijgen geld als de jongen meisjes met een andere man die vaak al veel ouder is seks hebben. De meisjes zelf verdienen er niet eens wat aan en de mannen die de meisjes “uitlenen” krijgen al het geld.Kinderarbeid is vaak ook nog eens gevaarlijk werk. Bijna ¾ van alle werkende kinderen lopen het risico ziek te worden, gewond te raken of zelfs dood te gaan door hun verrichte werk. De kinderen weten helaas vak niet dat zij dit risico lopen. Kinderen die bijvoorbeeld op het land werken weten niet dat ze ziek kunnen worden van het gif dat op de oogst zit. Kinderen verrichten soms zo’n gevaarlijk werk dat zelfs volwassenen dit werk niet willen doen. Je hebt kinderen in Azië en Afrika die moeten meevechten in een oorlog.

Ondanks dat de kinderen heel veel werk verrichten blijven ze arm. Ze krijgen lage lonen. De kinderen durven vaak niet in opstand te komen omdat ze bang zijn voor een pak slaag. Ook hebben ze de vrees om ontslagen te worden. In dat geval krijgen ze geen geld meer. En geen geld betekent geen eten!!

Kinderarbeid richt lichamelijk als psychische schade aan. De kinderen verrichten niet alleen zwaar werk maar worden vaak ook gescheiden van hun ouders. Ze worden bijvoorbeeld als hulpje in de huishouding gezet. Ze zijn dan ver van huis en zien hen ouders zowat nooit meer terug.

Kinderarbeid ontstond al heel vroeg. Mensen lieten slaven werken op plantages en op het land. De kinderen kregen thuis vaak niet de goede zorg en hadden thuis weinig geld. De ouders lieten ze dan werken voor aan geld te komen. Kinderen hebben vaak veel energie en voldoende kracht om werk te verrichten. Bij kinderarbeid is het werk dat ze verrichten toch vaak te zwaar omdat de kinderen erg ondervoed zijn. Mensen die kinderen te zwaar werk laten verrichten zijn strafbaar. Omdat in deze, vaak arme, landen niet voldoende geld en mensen zijn om hier in opstand te komen wordt dit door anderen gedaan. Buitenlandse hulporganisaties helpen kinderen in andere landen naar school te krijgen en te zorgen dat zij het zware werk niet meer hoeven te doen. Maar dat brengt natuurlijk ook problemen met zich mee. De gezinnen krijgen dan minder inkomsten en dat betekent vaak dat de slechte zorg voor hun kinderen nog meer achteruit gaat. In de toekomst zal er dus gezocht moeten worden naar oplossingen hoe de kinderen dan toch naar school kunnen gaan en dat er dan nog voldoende inkomsten in het gezin zullen zijn. 

 Een jong kind dat stenen kapot moet slaan om aan geld te komen.