Hoofdpagina
Vorige pagina
Zuid-Amerika
Europa
Afrika
Azië
 


Hoofdstuk 4: Waar is kinderarbeid

De westerse landen hebben meer maatregelen genomen om de kinderarbeid tegen te gaan. Maar in veel westerse landen is er toch nog kinderarbeid. De kinderarbeid is er weliswaar veel minder dan in de derdewereldlanden landen. Die landen hebben het veel moeilijker met het handhaven van de rechten van het kind.

Kinderarbeid komt het meest in Azië voor, met name in India. De diverse schattingen lopen uiteen: maar waarschijnlijk zo'n 50 miljoen kinderen in dit land worden gedwongen te werken. Ook in Afrika en Zuid-Amerika is sprake van veel kinderarbeid.

Kinderarbeid komt voornamelijk voor in de landbouw (Afrika en Zuid-Amerika) en in de industrie (Azië). Met name in India, Bangladesh en Pakistan werken veel kinderen in de tapijtindustrie. Kinderen werken ook in de mijnbouw. Zo is in Peru 20 procent van de arbeiders in de goudmijnen tussen de 11 en 18 jaar. En dat terwijl de internationale minimumleeftijd voor werken in de mijnbouw 18 jaar is.

Een wel zeer gruwelijke vorm van kinderarbeid is de inlijving in het leger. Tijdens de oorlog tussen Irak en Iran in de jaren tachtig dwong Iran kinderen om door mijnenvelden te lopen. Zo konden de mijnen worden opgespoord. Dat hierbij duizenden kinderen werden verminkt of gedood was voor de machthebbers in Iran niet belangrijk.

Hieronder vind je enkele percentages van kinderen tussen de leeftijd van 10 en 14 jaar die werken:

30,1 % in Bangladesh

17,7 % in Pakistan

11,2 % in Egypte

31,4 % in Senegal

6,7 % in Mexico

11,6 % in China

24 % in Turkije

41,3 % in Kenia

4,5 % in Argentinië

0,4 % in Italië

14,4 % in India

20,5 % in Ivoorkust

25,8 % in Nigeria

16,1 % in Brazilië

 1,8 % in Portugal

De echte percentages liggen waarschijnlijk nog veel hoger omdat de mensen de kinderen vaak illegaal laten werken. De regering komt dit dan niet te weten.